De Raad van State heeft immers geoordeeld dat ontwikkelingen alleen mogen doorgaan als de totale stikstofneerslag op beschermde natuur niet stijgt.
Dat betekent in veel gevallen dat een ontwikkelaar zelf op zoek moet naar ‘stikstofruimte’ voor zijn project. Om te helpen met het bij elkaar brengen van vraag en aanbod, heeft de provincie Noord-Brabant het Ondersteuningsloket Stikstof geïntroduceerd. Daarmee ondersteunt de provincie de voortgang van maatschappelijke en economische ontwikkelingen, zoals het bouwen van woningen en het onderhouden en aanleggen van wegen.
Dat klinkt makkelijker dan het in werkelijkheid is, weet projectleider José Voets: “Het lukt bijna nooit om voor één stikstofvrager één aanbieder te vinden”. Vaak is het nodig de stikstofruimte van meerdere aanbieders bij elkaar te leggen om een project mogelijk te maken. “Wij hebben niet alleen oog voor de stikstof, maar ook voor het totaalpakket”, stelt Joep van de Ven, kwartiermaker gebiedsgerichte aanpak stikstof bij de provincie Noord-Brabant. “We ondersteunen een aanbieder, bijvoorbeeld een veehouder, ook bij een eventuele sloop en herbestemming, of bij de aan- of verkoop van gronden. Want de koper is meestal alleen geïnteresseerd in de stikstofruimte en niet in de sloop van stallen of herbestemming van het bouwblok.”
Digitale kaart
Een aanbieder die aanklopt bij het loket krijgt de vraag om allerlei gegevens in te vullen. “Met name een berekening van de stikstof die vanuit zijn bedrijf neerslaat op natuurgebieden is van belang”, schetst Voets. “Vervolgens krijgt hij een plekje op onze digitale kaart van Brabant, waarop we alle vraag en aanbod van stikstofruimte in beeld hebben gebracht. Als je daarop klikt, zie je meteen hoeveel het bedrijf uitstoot en op welke (delen van) natuurgebieden.” Zo kan het loket een ‘mandje’ samenstellen met aanbieders, die een match mogelijk maken met een vraag naar stikstofruimte.
Op hun beurt kunnen ook initiatiefnemers van een project, zoals ondernemers en gemeenten, voor de koppeling met stikstofaanbieders terecht bij het loket. Dit biedt hun bovendien de mogelijkheid om de plannen op de meest recente regelgeving te toetsen. Loketmedewerkers met expertise op het gebied van juridische zaken en grondverwerving zorgen daarvoor. Het aanvragen van een vergunning zelf blijft de verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar. Maar zeker voor degene die voor het eerst met dit bijltje hakt, is zo’n blik over de schouder waardevol.
‘Het moet kloppen’
Lijkt het erop dat een vraag kan worden gehonoreerd, dan komen de data van stikstofaanbieders in het matchingsysteem van het loket. De berekening tot in detail die daaruit voorkomt, is ook precies waar het volgens projectleider Voets ingewikkeld wordt: “Want je mag het bij dit zogeheten salderen niet ‘ongeveer’ oplossen; het moet kloppen tot op de vierkante kilometer.”
Ook vindt een controle plaats op de locatie van de stikstofaanbieder. Het verhaal moet namelijk ook juridisch waterdicht zijn. Meer dan eens kwam het voor dat de stallen van een stoppende boer al gesloopt bleken te zijn. De hieraan gekoppelde stikstofruimte vervalt dan.
Dit overkwam ondernemer Robert van Tuijl van Eendenboerderij Helvoirt. Met het oog op uitbreiding van de ontvangstmogelijkheden van dagjesmensen op zijn bedrijf, had hij tijdens de coronacrisis de slopershamer alvast in een van zijn twee eendenstallen gezet. Daardoor is een deel van de stikstofruimte in zijn vergunning niet meer bruikbaar voor extern salderen. Het is bovendien nog niet gelukt om zijn resterende stikstofsaldo, van de stal die nog in gebruik is, onder te brengen bij een vrager naar stikstof in de buurt.
José Voets legt uit: “Wij hebben inderdaad niet, of niet meteen, voor iedere aanbieder een vrager en andersom. De puzzel compleet maken is vaak erg ingewikkeld. Het wordt natuurlijk wél steeds makkelijker om matches te maken naarmate meer aanbieders en vragers zich bij ons melden.”
Stikstofregistratiesysteem
Ook wordt het eenvoudiger als restanten van stikstofruimte die overblijven bij transacties bewaard en opnieuw ingezet kunnen worden. Na een match blijft er volgens Joep van de Ven namelijk altijd wel wat over. Het registratiesysteem maakt het mogelijk om resterende stikstofruimte tijdelijk op te slaan en later aan een andere vrager te koppelen. “Vooralsnog kunnen alleen het Rijk en de provincie stikstof ‘parkeren’ in een registratiesysteem. Het maakt dat wij op dit moment het enige loket zijn dat vraag en aanbod in Brabant op elkaar kan afstemmen, waarbij de restruimte inzetbaar blijft voor andere activiteiten.”
Het ondersteuningsloket is daarom ook in gesprek met Brabantse adviesbureaus die hun klanten willen helpen met stikstoftransacties. “We nodigen hen uit om het stikstofaanbod slim bij elkaar te leggen en daarmee vragers en aanbieders beter te helpen. De provincie hoeft er natuurlijk niet aan te verdienen. Wij streven naar zoveel mogelijk transacties omdat die goed zijn voor de Brabantse economie en de stoppende boer. Omdat bij elke transactie van stikstofruimte 40% wordt afgeroomd, gaat bovendien de Brabantse natuur er door nieuwe ontwikkelingen niet op achteruit.”
Wie meer informatie over of contactgegevens van het Ondersteuningsloket Stikstof zoekt, kan terecht op de pagina 'Vraag en aanbod'.